De zes breinprincipes

De zes breinprincipes

In de jaren negentig van de vorige eeuw deden hersenwetenschappers twee opmerkelijke ontdekkingen: spiegelneuronen en de plasticiteit van onze hersenen. Spiegelneuronen worden actief of actiever als je waarneemt wat iemand anders doet, op dezelfde plek in de hersenen als degene die de actie uitvoert. De ontdekking van de plasticiteit van de hersenen betekent dat je je hersenen kunt trainen – net als een spier in je lichaam.

En nog een bijzondere ‘vondst’: door een beroep te doen op iemands autonomie en status, beïnvloed je zijn dopamineniveau en daarmee de mate waarin hij of zij openstaat om te leren en zich te ontwikkelen .

Echte gedragsverandering

De wetenschap achter het breinleren nam deze ontdekkingen over en kwam met een aanpak om echte gedragsverandering tot stand te brengen: nieuwe, sterke en uitgebreide contacten tussen hersencellen creëren. Hoe? Pas de 6 breinprincipes toe:

1. Focus

Alles wat aandacht krijgt, groeit. Iets dat meer aandacht krijgt, is gemakkelijker te onthouden. Als iets geen aandacht krijgt, zul je het later niet meer herinneren. Aandacht kan passief zijn; we zijn ons er niet van bewust dat we ergens op letten, maar we reageren wel automatisch op (onverwachte) signalen uit de omgeving. Aandacht kan ook actief zijn; we richten onze aandacht en zijn alert, goed geconcentreerd en geïnteresseerd. Als cursusleider, trainer of docent moet je er daarom voor zorgen dat je de actieve aandacht van de deelnemers hebt of dat zij hun aandacht richten op de stof die je hen aanbiedt.

2. Herhaling

Herhaling is een van de belangrijkste manieren om kennis en ervaring te leren en op te slaan. Herhaling is niet alleen het 'proppen' van feiten om iets te onthouden, maar het vestigt ook over een langere periode de aandacht op een onderwerp. Door een thema vele malen op verschillende manieren te herhalen ontstaat duurzame kennis.

3. Emotie

Emoties zijn onbewust, gevoelens zijn bewust. Emoties en gevoelens zijn er om ons te helpen pijn te vermijden (angst, woede, verdriet, verveling) en verlangens op te roepen, dingen die goed voelen (vreugde, verrassing). Beide hebben een directe impact op lichamelijke activiteiten. Bijvoorbeeld boosheid: versnelde hartslag of balling van de vuisten, bang: keel dichtknijpen, blij: een glimlach, etc. Ervaringen met een emotionele lading worden beter en langer onthouden.

4. Zintuiglijk rijk

Ervaringen die rijk zijn aan zintuiglijke inhoud of waarbij meer zintuigen betrokken zijn, zijn intenser en worden daarom beter onthouden. Door auditieve informatie (horen), visuele informatie (zien), geuren (ruiken), fysieke informatie (bewegen) en kinetische informatie (voelen) samen aan te bieden, wordt leren makkelijker. Dit wordt ook weergegeven in de leerpiramide.

5. Creatie

Creatie betekent dat de deelnemers zelf betekenis en waarde creëren in plaats van de wijsheid van de leraar of trainer te consumeren en als waarheid te beschouwen. De deelnemer ontdekt verbanden en puzzelt samen informatie. Daarmee geven ze zelf betekenis aan wat ze leren en combineren ze theorie met praktijk. De leerpiramide laat ook zien dat zelf creëren de beste leerresultaten oplevert.

6. Bouwen

Als we nieuwe dingen leren, is dat het meest effectief als ze aansluiten bij wat we al weten en kunnen.


Wat is effectief

Met deze 6 principes in gedachten beslissen we wat effectief zal zijn binnen een leertraject om een ​​gedragsverandering tot stand te brengen onder jouw mensen.

Lara van der Steen
lara@parcourslearning.com

Bron: BCL instituut

Button Text

Hoe kunnen we helpen met jouw project?

Of je nu een opdracht of alleen een vraag hebt. We helpen je graag!

Contact

Ariane van Rossem

Account Manager

ariane@parcourslearning.com